Toen ik een jaar of zes, was had ik bij mijn grootouders de ideale verstopplaats gevonden: achter de zetel in de keuken. Terwijl mijn grootmoeder en grootvader hun ogen bedekt hielden, hurkte ik mij neer in de hoek achter de zetel. Tot twintig moesten ze tellen, dat weet ik nog, en toen het zover was begonnen ze te zoeken.

Overal werd gezocht: onder tafel, in de kast, achter de stoof, in de living zelfs buiten in het veld. Ik was echter onvindbaar. Als ik na vijf minuten niet zelf uit mijn schuilplaats was gekomen, hadden ze mij nu nog niet gevonden.

Het heeft daarna nog enkele jaren geduurd vooraleer ik snapte dat ze eigenlijk maar speelde dat ze mij niet vonden, en dat ze goed wisten waar ik was. Ik heb er dikwijls goed om moeten lachen.

Gisteren speelde Golb Jr. hetzelfde spelletje. Na twintig seconden springt hij echter al tevoorschijn en moeten we opnieuw beginnen tellen. Hij verstopt zich dan keer op keer op dezelfde plaats, achter de zetel en heeft daar enorm veel plezier in. Ik kijk al uit naar het moment dat hij weet dat hij zich moet stilhouden. Benieuwd hoe lang hij het zou volhouden.

One Reply to “Achter De Zetel”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.